![]() ![]() ![]() |
Ziektes en plagen |
![]() ![]() |
We hebben hier enkel ziektebeelden van plagen en aantastingen opgenomen waar
we zelf reeds mee geconfronteerd werden. We beschrijven eventueel ook hoe we
de aantasting of plaag hebben aangepakt. De probleem beschrijvingen zijn geïillustreerd
met foto's en werden gegroepeerd volgens het (type) organisme dat de oorzaak
is van de aantasting.
Type probleem: |
Larven
van de gele en zwarte bessenbladwesp zijn de meest algemene bladeters op kruisbessen.
Enkele kruisbessenrassen lijken er echter minder last van te hebben.
Deze zogenaamde 'pseudo'rups is de larve van de gele bessenbladwesp (Nematus
ribesii of Pteronidea ribesii).
Deze 'rupsachtige' larve wordt tot ongeveer 2,5 cm lang, en heeft meestal bruine
of zwarte puntjes op een groenachtige basis.
Bessenbladlarven kunnen een struik op zeer korte tijd kaalvreten.
De beste bestrijding bestaat er uit om de larven in een vroeg stadium te herkennen
en ze dan (manueel) te vernietigen. Wanneer ze te talrijk worden kan je een
bacteriën preparaat inzetten of een insecticide op basis van pyrethrum.
Bij 21 °C duurt een levenscyclus van ei tot bladwesp ongeveer 21 dagen.
De bladwespen hebben dan ook meerdere generaties per jaar.
De eerste aantasting kan zich (in Vlaanderen) reeds voordoen vanaf medio april
en de laatset insecten kunnen worden opgemerkt wanneer de bladeren vallen.
Wanneer de kleine larfjes net uitkomen, beginnen ze allemaal te eten op hetzelfde
blad. Dit geeft zeer typische perforaties in het blad (zie foto). In dat stadium
is het zeer gemakkelijk om de snoodaards te vernietigen door het blad tussen
je vingers te wrijven. Dit is voldoende om de 3 mm grote larven te doden...
(voor een gedetailleerde
foto, kan je ook hier klikken)
Je kan ook larven van de Zwarte bessenbladwesp aantreffen. Je kan ze onderscheiden
doordat ze egaal, dofgroen zijn (foto boven) en ze missen de typische donkere
punten op hun lichaam. Verder is de levenscyclus vrij gelijklopend met de Gele
bessenbladwesp.
Wil je de cyclus doorbreken, dan is het zaak om het mulchmatreiaal rond de
stam te verzamelen (larfjes verpoppen in de bovenste 3 cm van de mulchlaag (of
bodem). Wanneer je deze mulch vercomposteert doodt de hitte de insecten. Vergeet
niet een nieuwe mulchlaag aan te brengen.
Bladluizen:
Bladluizen
zijn een zeer algemeen probleem, vooral bij 'bemeste' planten. Er zijn meerdere
soorten bladluizen die je op kruisbessen kan aantreffen, maar ze veroorzaken
allemaal hetzelfde probleem, met name het opkrullen van de jonge groeischeuten
en blaadjes.
Vaak ook verdwijnen aantastingen van bladluizen even plots als dat ze gekomen
zijn.
Wij houden de bladluizen steeds goed in het oog, vooral omdat ze ook overdragers
zijn van virusziekten. Hierbij komt het gevaar minder van de massa's vleugelloze
insecten, maar vooral van de gevleugelde insecten die zich vlot van de ene plant
naar de andere kunnen verplaatsen, en de virussen met hen.
Wij trachten de infecties te beperken door een sopje te maken van zachte zeep,
eventueel gecombineerd met basaltmeel (niet als de bessen beginnen te rijpen)
omdat het een donkere vlekken veroorzaakt op de bessen. We controleren opnieuw
de volgende dag, en als er geen beterschap is, dan maken we een plantenextractje
om deze lastposten te lijf te gaan (meestal op basis van brandnetels) en in
zeer erge gevallen durven we terugvallen op een pyrethrum oplossing. Maar daar
deze laatste twee oplossingen ook nuttige insecten doden, gebruiken we nu vaker
een overvloedige hoeveelheid water dat een tijd gemengs is geweest met een kleine
hoeveelheid jonge compost....
Het voorbije seizoen hebben we ook enkele malen oorwormen ingezet, en dit helpt
zeer goed om de bladluizenplaag zeer snel in te dijken. Hiertoe hangen we op
enkele plaatsen oorwormen nestjes (bloempotje gevuld met stro) tegen een stam
van bijvoorbeeld zwarte els, of andere struiken. De besvestiging doen we via
enkele elastieken. De oorwomen komen in deze nestjes slapen. Wanneer we dus
bladluizen vaststellen bevestigen we enkele van deze potjes tegen de stam van
de kruisbessenplant tot het probleem is opgeruimd, waarna de oorwormenpotjes
weer terug naar hun 'thuisbasis' gaan... Let wel, verplaats deze nestpotjes
enkel overdag, zodat je niet ongewild een moeder -die broedzorg vertoont- ongewild
van haar kroost scheidt.
Wortelluis:
Soms merkt men bij het veplanten grijze kolonies van luizen die op de wortels
zitten. Deze luizen zuigen sap uit de wortels. Ze zijn zelden erg schadelijk
zij het dat zij soms grote vochtverliezen bij de struik veroorzaken zodat deze
gaat verwelken. Vooral jonge planten kunnen dan wel eens tenonder gaan. Over
het algemeen is dit een vrij onschuldige aantasting. Vooral bij groeistoornissen
is het soms interessant om hier de nosige aandacht aan te schenken. Het planten
van Tagetes zou de kolonies verdrijven.
De
Kruisbessenrups is in werkelijkheid de rups van een nachtvlinder, namelijk de
Fruitmot of Zophodia convulutella.
De eieren worden op de bloemen of op de jonge bessen afgezet. Het duurt ongeveer
twee maanden voor de rups zich omvormt tot een pop (juli). Om te verpoppen laat
de rups zich op de grond vallen en kruipt in de grond om daar te verpoppen.
Het volgende voorjaar komt de nachtvlinder dan boven de grond en herbegint de
cyclus. (er is dus slechts één generatie per jaar)
De mot vliegt van april tot midden mei.
De kleine rups kruipt in de eerste bes, vervolgens spint het zijden draden rond
de nabije bessen. Soms ook maakt ze gaatjes in meerdere bessen. Meestal is echter
één kruisbes voldoende. Vaak verkleurt de bes vroeger dan de andere
en kan zo gemakkelijk worden herkend en verwijderd.
Dit insect wordt vaker op rode bessen aangetroffen, en is eerder zeldzaam op
kruisbessen.
Wij hebben nog nooit moeten ingrijpen tegen dit insect....
De bessenglasvlinder overwintert als een bijna volgroeide rups in jonge of
oudere takken. In april of mei legt ze gang aan tot tegen de oppervlakte van de tak, die dus nog slechts door een dunnen wand afgesloten blijft. In het uitgeholde deel spint de rups zich in een zijden cocon in om te verpoppen. Een paar weken later sluipt de vlinder uit de cocon duwt de opening open, waarbij de cocon in de gangopening achterblijft. Nadat de vleugels zijn uitgevouwen en opgesteven vliegt deze dagactieve nachtvlinder de weide wereld in. Je kan ze vooral op een zonnige ochtend aantreffen. De eiafzet vindt individueel plaats aan de schors nabij een knop of bij een zijtakken bij een knop of een zijscheut. Na ongeveer 10 dagen komt een kleine rups tevoorschijn, die zich onmiddellijk tot bij het merg boren en daar beginnen te eten. Zij knagen de ganse zomer en herfst door en blijven ook tijdens de winter in de twijg. Deze rups hoort dus bij de stengelmineerders.
Ziektebeeld: Stengels met vaakl al goed gevormde bessen verwelken plotseling. Bij het snoeien merkt men dat het merg verdwenen is, vaak gekenmerkt door een zwarte ring of aanwezigheid van korrels in plaats van vol merg.
Bestrijding: Aangetaste delen wegsnijden totdat men gezond merg aantreft. Dicht bij een knop snoeien (geen lange snoeistompen laten zitten).
Amerikaanse meeldauw
In het begin van de aantasting ontwikkelt zich een wit, poederig dons op de
jonge groeischeuten. Al snel wordt dit grijsachtig en ontstaan er bruine vlekken
tussen. Het bedekt vooral jonge groeischeuten en ook wel de bessen. In een later
stadium ontwikkelt zich een dikke bruinachtige donslaag die de bessenoogst volledig
verloren laten gaan. De jonge nieuwe bladeren zijn dikwijls sterk misvormd,
en de toppen van de jonge scheuten sterven vaak af.
Warm droog zomerweer zorgt er vaak voor dat de struik opnieuw uitloopt (vaak
reeds einde juni), maar zogauw het weer opnieuw wat vochtiger wordt slaat de
meeldauwschimmel opnieuw toe...
Wanner de aantasting optreedt wordt er geadviseerd om de zieke toppen te verwijderen.
Je kan ook proberen te sproeien tegen deze aantasting, maar effcetieve producten
zijn voor de particulier niet beschikbaar. Op dit ogenblik worden er ook testen
uitgevoerd met een nieuw 'biologisch' product. Resultaten zijn wisselend.
Het is ten stelligste aangeraden om enkel meeldauw tolerante rassen aan te
planten zodat deze problemen niet voorkomen. (zie ook lijst
met tolerante kruisbessen.)
Gewone of poederige meeldauw
De aantasting lijkt sterk op de beginfase van de Amerikaanse meeldauw, maar
gaat uiteindelijk de ganse plant bedekken met een poederig wit pluis. Dit resulteert
in een vertraagde groei van de plant, maar in tegenstelling tot de Amerikaanse
meeldauw zullen de jonge scheuten niet afsterven. Vaak komt een infectie jaar
na jaar terug. Men kan trachten de planten te verstevigen met extracten van
heermoes en basaltmeel. Wanner men niet optreedt zal de plant na enkele jaren
uiteindelijk niet meer groeien en dan geleidelijk wegkwijnen.
Deze infectie kan ook vlot worden bestreden door het toepassen van zwavel.(of
een systemis fungicide).
Nog beter is om de aantasting te voorkomen door enkel meeldauw-tolerante rassen
aan te planten.
Grijze meeldauw
Grijze meeldauw (Botrytis) is een grijs, poederig laagje dat (meestal)
de jonge scheuten bedekt en is zeer gelijkend met 'poederige meeldauw'. Bestrijding
is gelijkaardig als vermeld bij poederige meeldauw.
Ook hier is het weer sterk aanbevolen om enkel meeldauw tolerante rassen aan
te planten. (zie lijst met tolerante kruisbessen.)
In onze collectie, testcollectie werden we nog niet geconfronteerd met roestaantastingen.
Roest is meestal herkenbaar als kleine gele-oranje vlekjes-streepjes op de bladeren
en/of stengels.Het gaat hier in feite over de sporangiën(=sporendragers)
die door de wand van het blad of de scheut breken en de sporen vrijlaten. Aantastingen
kunnen zeer ernstig zijn, zodat het blad wel volledig bedekt lijkt te zijn met
een roestlaagje. Bij roestaantastingen kan je best met zwavel spuiten vroeg
tijdens het seizoen (wanneer de bladeren beginnen uit de knoppen te komen) en
deze behandeling elke twee-drie weken te herhalen tijdens het seizoen, waarbij
je de bloei en-plukperiode overslaat natuurlijk.
Naar de top
Wanneer u uw probleem niet herkende in deze beknopte lijst, gelieve ons dan een mailtje te sturen met de beschrijving van het probleem, indien mogelijk met een foto, we zullen ze dan trachten voor u te identificeren en aan te geven hoe best dit probleem natuurvriendelijk op te lossen.